Zoals gewoonlijk vertrekken we vroeg, het zal een lange dag worden. Vanavond halftwaalf vertrekt ons vliegtuig pas vanuit Johannesburg. En het is nog een 500 Km rijden voor we daar zijn.
Langs de grens van het Lage Veld, waarin het Krugerpark gelegen is, rijzen de steile hellingen van de Drakensberge met hun indrukwekkende erosierand omhoog. De route vanaf Hoedspruit langs de Blyde River biedt een spectaculair
uitzicht, maar regen, flarden mist en wolken belemmeren het zicht. Door de Via de Strijdam Tunnel en de Abel Erasmus pass leidt de weg door een dramatisch landschap, waarin 1400 mtr hoogte verschil wordt overwonnen. Over smalle bochten rij je steil omhoog door de rode steenlagen waaruit dit gebergte is opgebouwd. Dit traject heet de Panoramaroute.
Waar de Treur River en de Blyde River samenkomen, heeft de eroderende kracht van slijtmateriaal als zand en kiezelstenen fraaie gaten in het gele dolomiet gesteente uitgesleten. Bourke’s Luck Potholes genaamd. Als we stoppen om deze bijzonder mooie kolkgaten te gaan bekijken, loop ik een heel eind mee naar beneden, het is een betoverend rotsenlandschap, maar halverwege ga ik toch maar terug, want het weggetje is vrij steil. Vanaf een kleine brug kun je in de diepe Potholes kijken.
We rijden verder door de provincie Mpumalanga naar het drukke hart van Zuid-Afrika Gauteng.
Pas tegen de avond komen we aan in Pretoria, waarop we eerst naar het voortrekkersmonument gaan, dat jarenlang het symbool was van de apartheid. Het monument herdenkt de Afrikaner pioniers die vanaf 1836 de Kaap verlieten om aan de Britse overheersing te ontsnappen. In 1938, 100 jaar na de Slag bij de Bloedrivier werd het monument het symbool van de Afrikaner eenheid.